De afgelopen periode is de stikstofdiscussie weer tot een hoogtepunt opgelaaid. Opwarming van de aarde met zomerse temperaturen tot 40 graden doet ons eens te meer beseffen dat wij dit probleem niet kunnen bagatelliseren.
Zoals het nu lijkt is de boerenstand de beroepsgroep die hierdoor hard geraakt wordt, met alle emoties van dien. De meesten dragen de boerenstand een warm hart toe zeker wij als recreatieondernemers die onze klanten alle dagen laten genieten van ons mooie Nederland. Waarbij de boeren een belangrijke factor zijn om ons mooie buitengebied in stand te houden. De boer vervult een belangrijke rol in het onderhouden van onze landerijen. Een passende oplossing voor het inkrimpen van de veestapel zou kunnen zijn boeren te compenseren met vergoedingen voor landschapsbeheer. In ieder geval zullen boeren gecompenseerd gaan worden waarbij ook gekeken wordt naar neventakken die extra inkomen kunnen opleveren.
Daar schuilt in mijn optiek een groot gevaar in, die onze sector hard kan raken. Veel van onze recreatiebedrijven zijn in de jaren ‘60 en ‘70 van de vorige eeuw ontstaan vanuit boerenbedrijven. Met die ontwikkeling werd voldaan aan een behoefte die was ontstaan vanuit vakantie houden in eigen land op professioneel ingerichte bedrijven. Bestemmingen werden omgevormd van agrarisch naar recreatie, velen van u zullen dat aan de lijve hebben ondervonden. Ook het begrip minicamping kwam daarbij later in opmars. Deze ontstonden nadat agrarische bedrijven vergund werden om op kleine schaal gasten te ontvangen, veelal beperkt tot 25 plaatsen.
Met dat in het achterhoofd lijkt het mij dat de branche erg alert moet zijn hierop en deze discussie op de voet moet volgen. Brancheorganisaties moeten proactief aan de slag om onze sector hier tegen te beschermen. Het is niet ondenkbaar en zelfs realistisch dat dit beleid weer opgepakt wordt. Dat gaat ons dan direct raken. Als diverse boerenbedrijven de mogelijkheid wordt geboden deze transformatie op te pakken zal dit enorme gevolgen hebben voor het aanbod, de concurrentie in onze branche en daarmee het verdienmodel van de bestaande bedrijven.
Verder ligt er een potentieel probleem op de loer voor bestaande recreatiebedrijven die willen bouwen of uitbreiden, welke veelal in natuurgevoelige omgevingen liggen. De RvS buigt zich op de zogenaamde bouwvrijstelling waardoor de tijdelijke stikstofuitstoot bij de bouw niet meetelt voor de vergunning. Er wordt nu nog alleen gekeken naar de uitstoot als het gebouw gebruikt wordt. Juristen verwachten dat deze vrijstelling gaat sneuvelen en daarbij bouwprojecten niet door kunnen gaan.
Kortom, werk aan de winkel voor onze brancheorganisaties in hun taak om de vinger aan de pols te houden.